Neem plaats en zorg ervoor dat je goed tegen de rugleuning aanzit.
- Zitdiepte : Tussen de voorzijde van de zitting en de kuit dient een spelingsruimte gevrijwaard
van een halve vuist. Een goede stoel is voorzien van een schuifzit waardoor je de zitting naar voren of achteren kan schuiven. - Zithoogte : Stel de hoogteverstelling zodanig af dat je voeten plat op de grond staan, zo heb je impact op de stoelbewegingen tijdens het zitten. De knieën vormen een hoek van 90° of ietsje meer.
- Rughoogte : De voorgevormde bolling wordt afgesteld zodat de holte van de onderrug wordt opgevuld en ondersteund. Bij mensen met een zeer holle rug biedt een in diepte aanpasbare lumbaalsteun een oplossing.
- Armleggers : Bij ontspannen schouders en gebogen armen (90°) sluit de bovenzijde van de armlegger aan tegen de onderarm. De voorzijde van de armleggers komt effen met de buiklijn of een weinig ervoor, waardoor de onderarmen voldoende ondersteuning hebben.
- Mechanisme : De meeste ergonomische stoelen zijn voorzien van een ‘losse’ stand waardoor ‘dynamisch’ of ‘bewegend’ zitten mogelijk is. De tegendruk van de stoel dient zo worden ingesteld op jouw lichaamsgewicht dat hij als het ware als een tweede huid aan je kleeft en je lichaam bij elke beweging volgt en ondersteunt, zonder dat je de stoel ‘ervaart’.
- Tenslotte, zorg ervoor dat je bureaustoel is uitgerust met de juiste wielen : voor een zachte ondergrond kies je voor ‘harde’ tapijtwielen, terwijl op een harde ondergrond wordt gekozen voor‘zachte’ wielen waar het loopvlak is bekleed met een zacht materiaal.
